Verkennende gesprekken en algemene ervaring wijzen op interessante kansen. Dat is aanleiding voor een volgende stap: een onderzoek naar de optimalisatie van de grondstromen. Dit onderzoek is eind april van start gegaan.
Vast staat dat het Markermeer zand bevat dat aanzienlijke waarde heeft voor bouwprojecten. Vaak is dit zand afgedekt door klei of slib. Klei of slib kan juist weer goed van pas komen voor natuuraanleg. Denk aan oermoeras of land-waterzones. Bij eerste, globale rekensommen is al een besparing voorzien door de grondstromen goed op elkaar af te stemmen. Maar het vermoeden bestaat dat er aanzienlijk meer winst te realiseren is. Daarbij spelen tal van vragen, zoals: goede afstemming van vraag en aanbod en zo min mogelijk vaarbewegingen, wachttijden en tijdelijke opslag. Verder zijn er tal van kostenaspecten die nader onderzoek vragen, zoals aanbestedingen, heffingen en concessies.
Het onderwerp grondstromen raakt meer dan alleen het deelbelang van de WMIJ. Gecoördineerde grondstromen zijn een belang voor de totale businesscase in het Rijks-Regio Programma Amsterdam – Almere – Markermeer (RRAAM). WMIJ wil graag een voortrekkersol spelen voor het hele gebied. Directeur Roelof Balk: ”Het is alleen maar logisch dat er zo veel en zo breed mogelijk geprofiteerd wordt van de kennis die wij nu gaan verzamelen in dit onderzoek. En het kan de samenwerking tussen WMIJ en RRAAM alleen maar versterken.”