De natuurkwaliteit van Markermeer-IJmeer kan op meerdere manieren verbeterd worden. Door maatregelen te combineren met dijkversterking in ondiepe delen van het meer zijn kosten te besparen. Nieuwe aanlegtechnieken, bijvoorbeeld drijvende moeraszones en kunstmatige waterplanten, kunnen de natuurlijke herstelprocessen versnellen tegen lagere kosten. Dat zijn voorbeelden van ideeën die marktpartijen hebben ingezonden op de 'Marktuitvraag Ecologie' die vandaag is afgerond. Deze resultaten worden meegenomen in de consultatiefase ter voorbereiding van de Rijksstructuurvisie RRAAM. De komende periode kunnen geïnteresseerden en belanghebbenden hun reacties op de plannen geven.
De kwaliteit van Markermeer-IJmeer staat al jaren onder druk. Er moet een oplossing komen voor het overheersende slib in het watersysteem. Ook zijn geleidelijke land-waterovergangen met ondiep water en rietzones nodig om het gebied aantrekkelijker te maken voor beschermde watervogels die last hebben van het verslechterde ecosysteem. Vorig jaar heeft de Werkmaatschappij Markermeer-IJmeer (WMIJ) een verbeterplan gepresenteerd voor een Toekomstbestendig Ecologisch Systeem (TBES). De kosten daarvan bedragen circa € 630 miljoen. Op verzoek van de Tweede Kamer zijn verschillende marktpartijen gevraagd om alternatieven te ontwikkelen die goedkoper kunnen worden uitgevoerd dan het plan van de WMIJ. Drie consortia van marktpartijen hebben vandaag hun voorstellen gepresenteerd.
Ook de Vereniging Natuurmonumenten heeft een plan ontwikkeld voor een land-waterzone van formaat in het Markermeer, onder de naam Marker Wadden. Tegelijk met de resultaten van de marktuitvraag heeft Natuurmonumenten een uitwerking van de Marker Wadden aangeboden aan de WMIJ. De WMIJ gaat de verschillende alternatieven uit de Marktuitvraag bestuderen en vergelijken met de bestaande ideeën.
Roelof Balk, directeur WMIJ: "Wij zijn heel blij met deze respons. Sommige ideeën zijn echt nieuw en beloven flinke kostenbesparingen van € 35 tot 330 miljoen. Wij zijn dus heel benieuwd naar de onderbouwing en uitvoerbaarheid ervan. Ook helpt het ons om een slim uitvoeringstraject uit te stippelen waarmee een TBES stapsgewijs tot stand kan komen. Wij brengen nu deze voorstellen in de consultatiefase RRAAM, zodat alle betrokkenen zich er een oordeel over kunnen vormen. We zullen ons zelf ook serieus verdiepen in de plannen. Ook het voorstel voor Marker Wadden is vandaag een stuk concreter geworden. Bestuurders van rijk en provincie hebben straks echt iets te kiezen."
De drie consortia die een uitwerking hebben opgeleverd zijn als volgt samengesteld:
• Witteveen+Bos,met onderzoekcentrum B-ware, Radboud Universiteit Nijmegen, Altenburg & Wymenga, HOSPER en Boskalis;
• Grontmij met De Vries & van de Wiel;
• Consortium Kransmeer, bestaande uit Tauw, Posad, Robusta, Tebezo en LAgroup.
De consortia Witteveen+Bos en Grontmij leggen de nadruk op de aanleg van luwtezones aan de Noord-Hollandse Kust om daarmee het slibprobleem aan te pakken. Deze maatregelen hebben het meeste effect op de Natura 2000 vogelsoorten waarmee het nu minder goed gaat. Witteveen+Bos stelt daarnaast de creatie van een “poldermoeras” voor door middel van veenvorming in plaats van een “kleimoeras”. Grontmij komt met alternatieve aanleg van zanddammen in plaats van de klassieke luwtedammen. Het consortium Kransmeer (Tauw, Posad e.a.) kiest voor een innovatieve route. Door de plaatsing van kunstmatige waterplanten op de bodem en de creatie van een moeras met behulp van veenmatten willen zij de natuurlijke processen op gang brengen. Deze kunstmatige structuren functioneren als een katalysator en kunnen op termijn verwijderd worden.
De rapporten kunt u vinden bij onderstaande link:
http://www.markermeerijmeer.nl/homedownloads/155270.aspx?t=Rapporten%20resultaten%20Marktuitvraag